Bij het opzetten van een screening is het nodig na te denken over wat men wil meten.

- Welke competenties wil men screenen?

- Zijn dit competenties die de arbeidsrijpheid meten?

- Wil men de kennis van de taal meten? Wil men functionele rekenvaardigheid meten?

- Wil men attitudes meten? 

Tips en tricks

• Het bepalen van wat men wil meten (competenties, kennis, vaardigheden, attitudes) verhoogt de validiteit van de meting.

• Definieer elke competentie en concretiseer in gedragsindicatoren. Zo verstaan alle leerkrachten hetzelfde onder die competentie en is de competentie makkelijker observeerbaar. Het competentiewoordenboek van de Vlaamse Gemeenschap omvat competenties en gedragsindicatoren.

• Het scoren van een gedragsindicator gaat makkelijker indien meerdere niveaus bepaald zijn. In het competentiewoordenboek van kortgeschoolden zijn vele voorbeelden van competenties met gedragsindicatoren te vinden die opgedeeld zijn in vijf niveaus: starter, basis, ontwikkeld, ver ontwikkeld, deskundig.

• Een ander voorbeeld met attitudes die geconcretiseerd worden in gedragsindicatoren op verschillende niveaus is terug te vinden in de Schaal voor Attitude Meting of de Sam Schaal.

• In het kickstartinstrument worden de competenties opgedeeld in niveaus. Bij dit instrument ziet men wat gemeten wordt en hoe een leerling aan deze competentie kan werken.