De feitelijke screeningsprocedure beoordeelt drie reeksen van competenties met name PAV, arbeidsrijpheid en BGV. Deze fasen dienen niet in de volgorde te gebeuren zoals hieronder beschreven. Dit is afhankelijk van de planning die de school zelf opmaakt. Het persoonlijk gesprek vindt plaats tussen leerling en trajectbegeleider pas nadat de competenties/ attitudes gescreend werden.

Belangrijk is dat de leerlingen op voorhand weten wat het doel is van de hele screening (toeleiding) en dat ze weten welke competenties bij hen gemeten zullen worden. Dit verhoogt de transparantie van de meting.

Screening PAV

Tips en tricks

• Bepaal welke vaardigheden je wil meten en bepaal in welke andere testen je bepaalde vaardigheden hertest. De leerplannen PAV van de voorgaande graad kunnen dienen om deze vaardigheden te bepalen.

• Indien deze testing uitgebreid gebeurt, kan je best deze test opsplitsen. In de voormiddag bijvoorbeeld test je de functionele rekenvaardigheid en namiddag functionele taalvaardigheid. De PAV test kan ook gespreid worden over meerdere dagen, afhankelijk van het aantal inschrijvingen en beschikbare tijd.

VDAB-instrument of andere instrumenten

Tips en tricks

• Lees aandachtig de handleiding bij het VDAB instrument. Deze legt uit hoe het instrument optimaal te gebruiken en hoe de resultaten te interpreteren.

• De resultaten van dit VDAB instrument staan niet op zich MAAR moeten gebruikt worden als aanzet voor het persoonlijk gesprek tussen leerling en trajectbegeleider.

• Gebruik naast dit VDAB-instrument ook andere instrumenten om de arbeidsrijpheid en werkbereidheid te bevragen.

• Het kan nuttig zijn de instrumenten aan te passen aan het taalniveau van de doelgroep. Hiervoor kan men een beroep doen op het huis van het Nederlands.

• Eén CDO heeft aan de hand van de Roos van Leary een vragenlijst opgesteld die naast het VDAB-instrument wordt gebruikt. Zo wordt het principe van test-hertest toegepast en wordt de betrouwbaarheid van de screening verhoogd.

• Ga na of een sollicitatietraining noodzakelijk is voor de leerling; uit de screening kan blijken dat de leerling voldoende arbeidsrijp is maar dat hij de juiste sollicitatievaardigheden mist om effectief tot arbeidsdeelname te komen.

Screening BGV a.d.h.v opdrachten

Tips en tricks

• Bepaal de competenties die je wil testen binnen BGV. Gebruik hiervoor de leerplannen van het specifieke beroep en ga inspiratie zoeken in de databank competent van de SERV die beroepscompetentieprofielen van meerdere beroepen omvat.

• Zorg dat de observatielijst niet beknopt of vaag is. Splits de competenties op in deelcompetenties. Dit geldt tevens voor de attitudes; maak een observatiechecklist met deelindicatoren. Op deze manier kan de toeleiding naar een bepaald traject onderbouwd gecommuniceerd worden.

• Als CDO kan men opteren om een opdrachtencarrousel te organiseren waar algemene competenties van alle studierichtingen worden geobserveerd. Deze observatie gebeurt door de leerkracht BGV en externe partners vanuit de organisaties die zorgen voor de invulling van de trajecten.

• Men kan als CDO daarnaast opteren om een opdracht BGV te laten uitvoeren enkel binnen de gekozen studierichting (eventueel twee studierichtingen bij twijfel) en vanuit deze opdracht de algemene attitudes observeren.

Persoonlijk gesprek met de trajectbegeleider

Op basis van de vergaarde informatie in voorgaande stappen wordt een persoonlijk gesprek gevoerd door de trajectbegeleider met de leerling. De trajectbegeleider focust op de resultaten van de gehele screeningsprocedure en op eventuele tegenstrijdigheden tussen de evaluaties (zelfbeoordeling versus geobserveerd resultaat).

Tips en tricks

• De trajectbegeleider bereidt dit reflectiegesprek voor en stelt per leerling specifieke vragen op basis van de informatie uit de ingevulde instrumenten en de informatie uit de observaties.

• Het reflectiegesprek kan via de STARR-methode opgebouwd worden (Situatie-Taak- Actie- Resultaat- Reflectie).

Uitstap of spelactiviteit

Tips en tricks

• Observeer tijdens de uitstap of spelactiviteit met meerdere begeleidende leerkrachten op basis van de competentielijst.